Uit de krant
verder.

1961

Haar klas is een klasse apart

Uit:

Revue

25 juni 1961

archief  joep vrijling

Het is tegenwoordig de gewoonte om jongens en meisjes als eieren van opdrukjes te voor zien, die hen tot "teenager" of tot "twintiger" bestempelen. Daarna kunnen zij in de bioscopen en de kranten zien en lezen wat 'n loeders zij eigenlijk zijn. De volwassenen die dergelijke films maken of artikelen schrijven, nemen over het algemeen niet de moeite om de jongeren in hun gewone doen te observeren. Zij zien alleen de excessen en grijpen die gretig aan om een sensatiefilm of artikel te maken, waarin zij gemakshalve alle teenagers en twintigers over één kam scheren. En dan kun je als jonge hoog of laag springen maar je blijft iemand van wie men alles kan verwachten. Het is dan ook bijzonder prettig dat onlangs een stel jongens en meisjes door een officiële instantie in het zonnetje is gezet. Het betreft hier de derde klas van de Rijks-H.B.S. in Venlo, die uit het Neerlandia-Visser fonds een prijs kreeg voor de als vanzelfsprekende hulpvaardigheid en collegialiteit waarmee zij hun blinde klasgenote Marietje Camps omringde.

 

 

Marietje Camps kan de meetkunde-lessen op de H.B.S. volgen dankzij een vernuftige vondst van de stoker-poetser van de Venlose school, P. Titulaer.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het probleem werd op de lerarenkamer uitgebreid besproken en tenslotte kreeg iemand het idee om de tekeningen op een papier met een zachte ondergrond te maken. De lijnen werden dan enigszins doorgedrukt en aan de achterzijde van het papier ontstond een "verheven" lijnenspel waaruit Marietje wijs kon worden. De moeilijkheid bleef dat passer of potlood vaak door het papier heen schoot en de tekening werd bedorven. Daar vond de stoker-poetser van de school, de heer P. Titulaer iets op. Hij spande op een stevig raam een stuk horregaas, dat de ideale ondergrond voor het papier bleek te zijn. Bij het tekenen ontstaan op die manier namelijk putjes in het papier die zich aaneen rijen tot aftastbare lijnen. Zijn vinding is inmiddels overgenomen door de scholen van enkele blindeninstituten in binnen- en buitenland.

 

 

 

 

 

 

 

 


 

De enige docent die zich nu nog zorgen maakt over het onderwijs aan Marietje is de leraar boekhouden. Voor de beheersing van dit vak is het noodzakelijk dat de getallen op gelijke hoogte naast elkaar komen te staan. Dit blijkt voor een blinde onmogelijk te zijn. In de lerarenkamer van de school in Venlo wordt echter dagelijks gewerkt aan de oplossing van dit probleem.

Een acht voor gym.

Marietje maakt haar huiswerk op een gewone typemachine. De leraren hebben geleerd typefouten van echte te onderscheiden en zijn zeer tevreden over haar vorderingen. Op haar kerstrapport had Marietje, die bij haar overgang verleden jaar de schoolprijs ontving, drie negens, twee achten, vijf zevens, een zes en een vijf. Een van de achten was voor gymnastiek waarbij ze alleen aan de spelen niet kan meedoen. De leraar en haar klasgenoten hielden hun hart vast toen zij verleden jaar te kennen gaf aan het bokspringen te willen meedoen. Zij betastte de bok eerst even, liep drie stappen achteruit en sprong vervolgens zonder aarzeling over het turntoestel heen. Bij het neerkomen kwam zij echter met een daverende klap op de voeten terecht omdat zij de hoogte van de bok niet had kunnen schatten. De tweede keer ging het echter van een leien dakje en soepel verend raakte zij de grond.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na enkele maanden was Marietje zo thuis in haar klas dat zij haar medeleerlingen uit elkaar wist te houden. Om dit te bewijzen liet zij haar klasgenoten in een cirkel rond zich opstellen en stuk voor stuk de keel schrapen. Zonder zich te vergissen vertelde Marietje hoe de naam van de kucher luidde. Toen enkele klasgenoten zich geblinddoekt aan 'n zelfde test onderwierpen, bleek dat zij slechts enkele van de kuchers wisten te herkennen.

De beste vriendin van Marietje is haar bankgenote, Riet Huibers, die voor haar de schakel met het gewone leven is. Marietje die op zevenjarige leeftijd blind werd, heeft in het blindeninstituut in Grave haar vooropleiding genoten. Van dit beschermde milieu uit kwam zij in een wereld terecht die soms ziende blind is voor de lichamelijke tekortkomingen van anderen. En in deze maatschappij is Riet Huibers sinds september 1959 de leidsvrouw van Marietje. Zij brengt haar thuis na concerten en debatingsavonden en licht haar in over de handeling op 't toneel tijdens de culturele avonden waarvan Marietje er niet een zal missen.

 

De meesten van de meisjes die met Marietje in de derde klas zaten, houden haar ook in klas 4-A gezelschap. Veel jongens gingen naar de wiskunde-klas.

 

Geen vreemde die dit span op straat ontmoet, kan vermoeden dat een van de meisjes blind is. Rechts Marietjes beste leidsvrouw heet Riet Huibers.

Riet kreeg van 't Neerlandia-Visser fonds een draagbaar radiotoestel. Zij en haar klasgenoten mochten een reisje naar Maastricht maken.

De vriendinnen nemen de lessen voor de volgende dag door. De braille-vertaling beslaat een hele kastplank. Marietje neemt slechts de benodigde pagina's mee.

overzicht.

Onverwachte moeilijkheden.

Toen Marietje in september 1959 de school voor het eerst betrad, hielden directeuren leraren van de school de adem in. Het plaatsen van een blind meisje op een H.B.S. was immers iets volkomen nieuws en niemand wist hoe het experiment zich zou ontwikkelen. Reeds de eerste morgen werd hun echter duidelijk dat de aanpassing van Marietje in de klas geen moeilijkheden zou opleveren. De jongens en meisjes toonden zich hulpvaardig en namen Marietje in hun kring op. Zij waardeerden haar geestigheid en respecteerden haar wens om zonder onderscheid des persoons behandeld te worden.

De leraren hadden eigenlijk meer moeite om aan de aanwezigheid van Marietje te wennen. Zo werkt het meisje haar schoolwerk uit op een braille-typemachine, waarvan de aanslag een 'hels' kabaal maakt. In het begin zetten de leraren een grotere mond op om boven het geluid uit te komen maar na een week beschouwden zij het tikken nog slechts als de ritmische begeleiding bij hun loflied op de leerstof. Zolang de leraren met het woord konden volstaan om hun bedoelingen duidelijk te maken, ging verder alles goed, maar tijdens een beschrijvende meetkundeles begonnen de moeilijkheden. De leraar had op het bord een fraaie kegelsnede geschetst en keek, naar instemming zoekend, de klas in. Marietje had echter alleen het piepen van het krijtje gehoord en slaagde er niet in, zich een indruk van de tekening te vormen.